Bezinnings teksten om thuis te gebruiken.
Vroeger had bijna elk gezin een klein doosje, gewikkeld in een mooi geborduurd kleedje. Sommigen bewaarden het in een schilderij met bol glas en een vergulde rand. Anderen onder een stolp, of op een speciaal plekje in de kast. Dat doosje betekende toen veel voor de mensen. Als ze het moeilijk hadden, keken ze er even naar… en dan konden ze dikwijls weer vooruit. Het scheen hun kracht te geven. Er ging iets van uit. Als de kinderen vroegen wat er eigenlijk in dat doosje zat, was het antwoord: “Iets heel bijzonder. Iets heel speciaals. Iets mysterieus.” En als ze bleven verder vragen wat dat iets dan wel was, kregen ze te horen: “Dat mag je niet vragen; dat moet je geloven. Het is alleszins iets heel bijzonders, want wij hebben het van onze ouders gekregen, en die weer van hun ouders… en het werkt nog altijd!” De dag moest komen dat iemand zijn nieuwsgierigheid niet langer kon bedwingen. Op een avond sloop een jongere naar het doosje toe, deed het open en… barste in lachen uit: “Hahaha! Had ik het niet gedacht! Het doosje is leeg! Wat een bedrog!” De ouders komen op het gelach af: “Wat is er hier gaande?” – “Hier, uw geheimzinnig doosje! Leeg is het, totaal waardeloos.” Voor de ouders was dat een hele schok: “Leeg? Dat kan toch niet! Hebben ze ons dan altijd voor de gek gehouden…?”… Toch konden de meesten er niet toe besluiten het doosje weg te gooien. Ze verstopten het in een donker hoekje van de kast, als dierbare herinnering. Maar het werkte niet meer…
De jonge generatie vond zichzelf fantastisch. Eindelijk hadden ze de grote leugen ontmaskerd. Zij zouden eens tonen dat je ook gelukkig kunt zijn zonder dat geheimzinnige doosje… En toch ging het vanaf toen met de mensen niet beter. Integendeel. Er kwam een grote leegte in hun leven. De eerste jaren deden ze driftig pogingen om die leegte met van alles te vullen: met kennis en wetenschap, congressen en party’s, liefde en seks, luxe en consumptie, ontspanning en toerisme… maar toch: steeds opnieuw overviel hen die eenzaamheid, die leegte waar ze geen raad mee wisten… Als ze voor moeilijkheden kwamen te staan, hadden ze niets om zich aan vast te houden, om door te zetten… Ze voelden zich dikwijls dood-ongelukkig, oud en jong, want de ouderen hadden niets meer om aan de jongeren door te geven… Ten einde raad gingen ze naar een wijze man, die zijn rust had weten te bewaren . Ze vroegen hem: “Hebt gij geen oplossing? We voelen ons zo ongelukkig, zo leeg. Wat moeten we wel meegeven aan onze kinderen?… Ja, vroeger hebben ze ons voor de gek gehouden met een doosje waar niets in zat…”
De wijze antwoordde: “Wisten jullie dan niet dat het doosje leeg was? Die leegte was een symbool. Het hielp de mensen om te denken aan Hem die de vervulling is van ons bestaan… Hij IS er, maar je kan Hem niet grijpen. Je kan Hem soms even ervaren, maar Hij ontsnapt ons ook steeds: Hij is veel groter dan wat wij over Hem menen te begrijpen. Als het geloof in Hem je doosje vult, dan lijkt je doosje wel leeg, maar het is het niet: het is dan vol van zijn aanwezigheid. En die Iemand heeft in ieder mens een ruimte, een leegte geschapen voor zichzelf. Je kan die proberen te vullen met allerlei dingen, maar het zal je nooit lukken. Je hart zal onrustig blijven totdat je je leegte, de diepste vragen van je leven, laat vullen door Hem. En als je dat doet, dan is het geen leeg doosje meer dat je aan je kinderen meegeeft. Het is zo vol als jij het wil!” En toen… Toen zochten de ouders hun doosje weer op, en ze gaven het met veel zorg door aan hun kinderen…
Ik geloof dat ieder kind boeiend is en de moeite waard.
Ik geloof in de mogelijkheden van ieder kind om, op zijn manier, het leven aan te kunnen.
Ik geloof dat de waarde van een kind niet bepaald wordt door zijn schoolprestaties.
Ik geloof dat een kind aanmoedigen beter is, dan het bedreigen of bang maken.
Ik geloof dat leraars belangrijker zijn dan hun lessen; zoals kinderen belangrijker zijn dan hun rapporten.
Ik geloof dat de manier van omgaan met elkaar op school belangrijker is dan het aantal godsdienstoefeningen.
Ik geloof dat zelfvertrouwen voor een kind net zo belangrijk is als voor een volwassen mens en dat dit heel sterk afhangt van het vertrouwen dat je van andere mensen krijgt.
Ik geloof dat geloven in mensen een voorwaarde is om te kunnen geloven in God.
In het begin schiep God … zeven dagen, zo lezen we op de eerste bladzijden van de Bijbel. Zeven dagen met telkens een eigen invulling en kleur, een andere opdracht en uitdaging. Een tijdskader van zeven dagen als geschenk voor de mens: een tijd om te onderscheiden en te kiezen, te groeien en vrucht te dragen, in actie te komen en te rusten. Bovenal een tijd om lief te hebben. En God zag dat het goed was, dat het héél goed was.
Laten we het scheppingsverhaal (Gn 1,1-2,4) eens lezen door een gezinsbril en ontdekken hoe relevant en actueel het is voor gezinnen vandaag. Zeven dagen family time!
Gezinstijd
God schept dag en nacht. Voor een doorsnee gezin zijn er ongeveer 7.000 dagen en nachten vooraleer een kind zijn vleugels uitslaat en eigen wegen gaat: het huis uit, nieuwe horizonten of een eigen gezin tegemoet.
Pakweg 7.000 dagen gezamenlijke gezinstijd is niet niks, maar het is ook niet eindeloos lang, het is geen eeuwigheid. Het is best confronterend om je als ouder van opgroeiende kinderen te realiseren dat een deel van die kostbare ’thuis-tijd’ al voorbij is en dat je een aantal zaken daarom beter niet op de lange baan schuift. Vandaag is een dag om te koesteren, om er te zijn voor elkaar.
Tijd om te kiezen
God maakt een afscheiding tussen het ene water en het andere. Ook als gezin moet je afscheiden en onderscheiden: keuzes maken en prioriteiten stellen. Je afvragen wat echt bijdraagt aan het leven samen, wat je als gezin wilt ontvangen en wat je kunt loslaten, waar de schat ligt waaraan je tijd en ruimte geeft. Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan, want ieders interesses en mogelijkheden verschillen en veranderen doorheen de jaren. Telkens weer rekening houden met elkaars wensen en gevoeligheden, inschatten wat het meest vrucht draagt en er samen uit geraken – het is een permanente oefenschool in dialoog, in omgaan met elkaars verschillen en ze leren waarderen.
Tijd om te groeien en vrucht te dagen
God laat jong groen opschieten om vrucht te dragen. Er is niets mooiers dan te kunnen uitgroeien tot de persoon die je in wezen bent, zoals God je droomt, en zoals je bent met je talenten en mogelijkheden en met je grenzen en beperkingen. Het is deugddoend als je niet hoeft te beantwoorden aan bepaalde verwachtingen van je partner, je ouders, je kinderen of de samenleving, als je kansen krijgt om je te ontplooien op je eigen ritme en in lijn met je diepste zelf. Wat een geschenk geven partners aan elkaar, ouders aan kinderen en kinderen aan ouders wanneer ze het unieke anders-zijn van de ander respecteren en ‘in het licht zetten’ en zo bijdragen aan groei en vruchtbaarheid.
Tijd om in evenwicht te houden
God geeft de lichten aan het hemelgewelf een plaats, voor zowel de feesten als voor de dagen en jaren. God brengt ritme aan, schept cadans en houdt de dingen in evenwicht. De natuur en de seizoenen zijn er getuige van, net zoals het leven zelf met geboren worden en sterven, met lijden en verrijzen. Als gezin sta je voor de uitdaging om een heilzaam leefritme te vinden: tijd voor jezelf en tijd voor elkaar – ME-time en WE-time –, tijd om aan een taak te beginnen en tijd om ermee op te houden, tijd om te werken en tijd om te ontspannen en te spelen, tijd om elkaar vast te houden en tijd om elkaar los te laten. Meestal gaat dat niet vanzelf. Het vraagt overleg, afspraken en vaak ook planning.
Tijd om in actie te komen
God laat land en water wemelen van de dieren. Het is geen tijd van stilzitten, maar een tijd van bewegen en in actie komen. Voor het merendeel van de gezinnen is dit gewemel heel herkenbaar. Meer nog, het is voor heel wat gezinnen soms gewoon te veel: de hele dag door hollen en haasten van de ene plek naar de andere, van de school naar het werk, van het werk naar de crèche, de hobby’s en engagementen of het vrijwilligerswerk buitenshuis. Dat dit voor veel mensen en gezinnen een dagelijkse realiteit is, blijkt uit nieuwe woorden die hun intrede doen, zoals ploetermoeders en bumpervaders. Vaders en moeders houden al ploeterend het hoofd boven water, voelen de hete adem van deadlines in hun nek en kunnen intussen maar beetje bij beetje verder schuiven in de morgen- en avondspits. Deze ratrace een halt toe roepen is niet zo vanzelfsprekend. Niet iedereen heeft de mogelijkheid om het leven van de ene op de andere dag (financieel) over een andere boeg te gooien. Soms komt aan het gewemel ook geheel onverwachts een einde, door ziekte of werkloosheid. Dan verandert het perspectief en het gezinsleven helemaal en vaak ingrijpend. Stilstaan bij de tijd om te wemelen is stilstaan bij vragen zoals: Waarmee houd je je bezig? Wat zet je in beweging? Waaraan geef je je tijd? En hoe accordeert je gewemel met dat van je partner en je kinderen? Het zijn geen gemakkelijke vragen. Er zijn geen eenvoudige antwoorden.
Tijd om lief te hebben
God schiep de mens, als beeld van God, op God gelijkend, mannelijk en vrouwelijk schiep Hij hen, om te heersen over de schepping en vruchtbaar te zijn.
Het is nauwelijks te vatten hoe hoog God de mens acht: de mens als beeld van de Liefde, gelijkend op God die zelf een en al relatie en liefdevolle verbinding is. Het is een roeping van de hoogste hoogte, een roeping om in het gewemel van elke dag er telkens weer voor te kiezen om liefde de drijvende kracht te laten zijn. Zo vertrouwt God de schepping toe aan de mens, en mensen aan elkaar. En God zag dat het heel goed was. Tijd om lief te hebben – het klinkt mooi. De realiteit is vaak zo anders, zo ruw, zo beperkt, zo onbeholpen en stuntelig. Ook en misschien wel vooral in het gezin, waar je dicht op elkaar leeft. Elkaar willen liefhebben is een keuze, telkens weer. Zo staat het ook in de trouwbelofte: ‘ik wil je liefhebben en waarderen al de dagen van mijn leven’.
Liefde vraagt tijd: tijd om te groeien in verbondenheid en tijd om er voor elkaar te zijn.
Tijd om te vieren
God rust uit van al het werk dat Hij verricht heeft. God heiligt en zegent de zevende dag. Hoe deugddoend is het wanneer je de teugels kunt laten vieren, het wat kalmer aan kunt doen, op adem kunt komen, de dingen even kunt loslaten … om andere dingen die er voor jou en je gezin écht toe doen beter te kunnen vasthouden en vieren. Hoe uiteenlopend deze ‘schatten’ in gezinnen ook zijn, ze hebben op de een of andere manier te maken met verbinding: verbinding met jezelf, verbinding met de mensen die je dierbaar zijn, verbinding met de dragende grond van je bestaan. Voor christenen is het een dag die telkens weer uitnodigt om op Gods adem te komen en je af te stemmen op het Woord dat leven geeft.
‘Er zijn’ in het worstelen met de tijd
Op 1001 manieren kunnen mensen met de tijd worstelen: te druk, te vol, te leeg, te begrensd, te eindeloos, te kort, te lang, te vermoeiend, te saai, te veel, te weinig, te slecht, … Zo divers als de worstelingen van mensen met de tijd zijn, zo divers zijn hun onderliggende ervaringen. Het gaat om zien en gezien worden, om beluisteren en zich beluisterd weten, om het geschenk van de tijd wanneer mensen op verhaal willen komen.